Het land

Nieuw-Zeeland, Aotearoa (land of the long white cloud), bestaat uit drie grote eilanden, het Noorder- Zuider-Stewart-eiland en een aantal kleinere eilanden. Het wordt in het westen begrensd door de Tasman Zee en in het oosten door de Stille Oceaan.
Het land heeft zo’n 4 miljoen inwoners waarvan meer dan de helft in de drie grote steden wonen. Dit zijn de hoofdstad Wellington, Auckland en Christchurch.

Het Noordereiland is het dichtst bevolkt en vormt het belangrijkste zaken- en handelscentrum van het land.
Hier vindt je gelukkig ook veel mooie natuur, er zijn geothermische bronnen en geisers, maar ook liggen hier nog nog enkele actieve vulkanen: de Taranaki, Ruapehoe, Tongariro en de Ngauruhu.
Bergruggen en onherbergzame heuvels zijn op beide eilanden te vinden, maar het Zuidereiland neemt het leeuwendeel van het natuurschoon en de ongerepte wildernis voor zijn rekening.
Hier vind je o.a dan ook de Southern Alps met de hoogste pieken van het land: Mount Cook (3754 m), Mount Tasman (3499 m) en Mount Dampier (3440 m).
In dit gebergte liggen een aantal spectaculaire gletsjers, de Tasman Glacier met een lengte van maar liefst 28 km, de Franz Josef en de Fox Glaciers.
Het Nieuw-Zeelandse landschap is zeer bijzonder, er is waarschijnlijk geen enkel land ter wereld waar je op zo’n relatief klein oppervlak zoveel verschillende landschapsvormen ziet.

De mensen die hier wonen zijn erg hartelijk en vriendelijk, ze hebben gevoel voor humor en houden veel van de Great Outdoors.
Het landschap buiten de grote steden is weids en open, de wegen zijn er nog niet zo vol en in de valleien liggen afgelegen boerderijen.
Nieuw-Zeeland wordt ook wel ’s werelds ’grootste boerderij’ genoemd.
Ongeveer 10% van de beroepsbevolking is werkzaam in de landbouw. Zuivel, vlees en wol vormen de belangrijkste exportproducten van het land.
Er zijn zo’n 24.000 schapenfarms met in totaal ongeveer 40 miljoen schapen. Tijdens het lammerseizoen stijgt dit aantal naar 76 miljoen.
De melkveehouderij is voornamelijk geconcentreerd op het Noordereiland. Er zijn totaal ongeveer zo’n 14.500 kudden (4,4 miljoen stuks vee).
Hertenfarms zijn ontstaan in de jaren zeventig. Ze worden gezien als een plaag maar in plaats van ze af te schieten worden ze gehouden op omheinde stukken land. Hun grootste afnemers van hertenvlees komen uit het verre oosten.
De tuinbouw is een groeiende bedrijfstak, naast de kiwi doen appels, peren en verse groenten het uitstekend.

Een groot deel van hun vrije tijd brengen de Kiwi’s (bijnaam voor de Nieuw-Zeelander) door in de openlucht. Ze kiezen er dan voor om de stad te verlaten voor de meren, bergen, gletsjers en bossen.
Vele duizenden Kiwi’s zijn daarom werkzaam in de toeristenbranche, bijvoorbeeld als gids. Voorkomende, goed opgeleide en enthousiaste gidsen maken een ontdekkingstocht door de ongerepte natuur van Nieuw-Zeeland tot een heel bijzondere ervaring.